Bij het praten over emoties, hebben we meestal enkel oog voor de gevoelservaring die er onderdeel van is. We gaan er daarmee aan voorbij dat een emotie veel meer omvat. Dit vinden we terug in de betekenis die het Latijnse woord emotie (emovere) heeft: in beweging komen. Emotie is meer dan enkel een gevoelservaring, het is een kracht die aanzet tot handelen. Een soort innerlijke drive, die uitgelokt kan worden door situaties van buiten; ze kunnen worden getriggered. Vaak gaan we er daarbij vanuit, dat onze emoties door situaties van buitenaf worden veroorzaakt. Dat het situaties of andere mensen zijn, die onze emotionele reactie veroorzaken. In dat geval gaan we voorbij aan de wérkelijke plek, waar ze worden opgestart: het brein. Een emotionele reactie is het resultaat van processen die dáár plaatsvinden. Dat geldt voor plezierige emoties als geluk en blijdschap, maar ook voor onplezierige, als angst, boosheid en somberheid. Jouw brein is het coördinatiecentrum waar alle emoties tot stand komen. Anders gezegd: tussen situaties en de gebeurtenissen die voorafgaan aan een emotionele reactie (A), en de emotionele reactie die je ervaart (C), zit je brein (B). Emoties zijn het resultaat van de wijze waarop je brein situaties en gebeurtenissen waarneemt en de betekenis die het eraan geeft. Dit noemen we het abc van je emotionele reactie:
A situatie of gebeurtenis –> B brein –> Emotionele reactie
Jouw brein is 24 uur per dag actief met informatieverwerking; over de buitenwereld, maar ook over je binnenwereld. Dit gebeurt voor een belangrijk deel onbewust. Verschillende delen van je brein zijn daarbij actief; lagere delen die we het subcorticale brein noemen, en hogere delen die we de (neo)cortex noemen. De activiteit in je brein vindt onder andere plaats door middel van zenuwverbindingen. We noemen dit neurale netwerken. Zij geven de binnenkomende informatie door, en zorgen ervoor dat er in je brein goed wordt samengewerkt. Bij het ontstaan van een emotionele reactie spelen twee neurale systemen een belangrijke rol. Een systeem bevindt zich in het subcorticale brein, en heeft zenuwverbindingen met de gezichtsspieren, de organen in je borststreek (hart, longen) en de buik (darmen). Het veroorzaakt een snelle fysieke reactie, op basis van een eerste inschatting: is dit goed of slecht, is dit plezierig of onplezierig. Systeem 1 kun je zien als een automatische piloot, die zijn werk zelfstandig uitvoert. Dit systeem is puur fysiologisch, en haar activiteit vindt plaats buiten je bewuste wil.
Systeem 1: de snelle en globale inschatting
De lagere delen van je brein starten een onmiddellijke eerste reactie op, die voortkomt uit een globale inschatting: Is dit pluis of niet? Dit gebeurt buiten je bewuste wil, en daarbij is sprake van een ondoordachte reactie. Ze valt goeddeels samen met wat in de Engelse taal wordt aangeduid met een gut reaction; een reactie vanuit je darmen. De activiteit vanuit dit systeem zet aan tot een onmiddellijke actie, en daarom kun je haar zien als het motivationeel systeem van je emotie. Ze motiveert je tot vluchten, vechten of toenadering.
Tegelijkertijd start een tweede systeem op, dat een lus vormt, die loopt van je cortex naar de subcortex, en terug. Systeem 2 bestaat uit neurale netwerken, die cognitieve informatie doorgeven. De activiteit van dit tweede systeem is trager en nauwkeuriger, en ze is deels toegankelijk voor je bewustzijn. Systeem 2 bepaalt, welke betekenis je brein geeft, aan dingen die je waarneemt. Het wordt gevoed door de informatie die binnenkomt vanuit de zintuigen (externe informatie) en de fysiologische reactie vanuit systeem 1 (sensorische informatie). In je cortex worden beide informatiestromen (de cognitieve en sensorische informatie) aan elkaar gekoppeld. Dit zijn de bouwstenen waarmee je brein uiteindelijk haar emotionele reactie bepaalt. De emotionele reactie zelf bestaat uit gevoel, gedachten en gedragstendenties. Jouw zelfbewustzijn biedt je de mogelijkheid, om je van deze drie bewust te zijn. Je ervaart gevoelens, er gaan gedachten in je om en je wordt aangespoord tot een bepaalde handelwijze.
Cortex: Subcortex:
cognitieve systeem motivationele systeem
Dus: een gebeurtenis (A) activeert je brein (B), waarin twee neurale systemen actief zijn. Deze bepalen uiteindelijk de emotionele reactie (C), die bestaat uit gevoel, gedachten en gedragstendenties.
Laat ik het bovenstaande toelichten met een voorbeeld:
Stel dat je vriendin een afspraak om samen te shoppen afbelt (A). Bij dit telefoontje gaat je brein (B) meteen aan de slag: het maakt een snelle eerste inschatting die leidt tot een fysiologische reactie. Je subcorticale brein kan onmiddellijk alarm slaan: Dit is niet pluis! Daarnaast bepaalt je cortex, welke betekenis ze geeft aan het telefoontje. Ze kan aandacht richten op wat je vriendin precies zei, en de toon van haar stem. Kan het telefoontje eventueel linken aan eerdere ervaringen die je met haar hebt gehad. Maakt een inschatting, wat je nu zelf zou kunnen doen. De processen in de systemen van je brein leiden tot de emotionele reactie (C), die bestaat uit gedachten, gevoel en gedragstendenties. In het voorbeeld kun je een onrust voelen, gaan er negatieve gedachten door je hoofd (ze heeft geen zin, ze vindt het niet leuk, de laatste keer wilde ze ook vroeg naar huis), en wordt een reactie voorbereid (je houdt het telefoontje kort).
Jouw brein gebruikt zowel systeem 1 als systeem 2, om vast te stellen wat er aan de hand is. Bij het bepalen van haar uiteindelijke reactie, lijkt systeem 1 krachtiger. Allereerst omdat het sneller werkt, en eigenlijk al een reactie heeft voorbereid. Daarnaast is dit het systeem dat tot handelen aanzet, en min of meer de motor is van je brein. Systeem 2 is meer cognitief georiënteerd, en probeert duidelijkheid te krijgen over wat er speelt.
Toelichting:
In je brein zijn twee systemen actief. Systeem 1 noemen we je automatische piloot. Ze leidt fysiologische informatie van de lagere delen van je brein (limbisch systeem) naar de cortex. De activiteit van systeem 2 verloopt trager, en vindt vooral plaats in de neo-cortex. Het geeft cognitieve informatie door aan de lagere delen van je brein. De wisselwerking tussen deze twee processen bepaalt jouw emotionele reactie, die bestaat uit gevoelen, gedachten en gedragstendenties.
Datgene wat je ervaart, beperkt zich tot de gevoelens, gedachten en tendenties die door je brein worden gemaakt. Dit is jouw ervaringswereld. Je brein creëert dus een ervaringswereld naast de feitelijke wereld van de dingen. Deze ervaringswereld is adequaat als ze aansluit bij de feiten, en aanzet tot het juiste handelen. Ze kan echter ook ver afstaan van de feiten, en je aanzetten tot inadequaat gedrag.
Samenvatting: Jouw emotionele reacties worden gestuurd vanuit je brein. Ze behoort tot jouw ervaringswereld, en is een constructie van je brein. Deze ervaringswereld is persoonlijk, en moet je helpen om op een juiste wijze te reageren op de dingen die gebeuren.